-
1 ontvangst
1 [het krijgen van iets] receipt2 [het innen van geld] collection3 [het opvangen van signalen] reception4 [inkomsten] receipt5 [onthaal] reception♦voorbeelden:betalen bij/na ontvangst van de goederen • pay on receipt of goodsin ontvangst nemen • receive 〈 pakje, bloemen, prijs〉; collect 〈 geld〉; take delivery of 〈 goederen〉goederen niet in ontvangst willen nemen • refuse to take delivery of goodsna ontvangst van uw brief • on receipt of your lettertekenen voor ontvangst • sign for receipt5 een hartelijke/gunstige ontvangst • a warm/favourable receptioneen koele ontvangst krijgen • get a cool reception -
2 goederen niet in ontvangst willen nemen
goederen niet in ontvangst willen nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goederen niet in ontvangst willen nemen
-
3 in ontvangst nemen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in ontvangst nemen
-
4 huis
1 [gebouw (als woning)] house2 [huisgezin] home3 [(vorstelijk) geslacht] House♦voorbeelden:huis en haard • hearth and homehet huis des Heren • the house of Godhet huis alleen hebben • have the house to oneselfeen eigen huis hebben • own one's own houseopen huis houden • have an open Bday/ Ahouseeen uitverkocht huis • a full houseeen huis vol hebben • have a housefulhij doet in/bezit huizen • he deals in/owns propertyhet ouderlijk huis verlaten, uit huis gaan • leave homehuis aan huis (verkopen) • (sell) door-to-dooraan huis gebonden • housebound, tied to one's housebezorging aan huis • home deliverydicht bij huis • near homeeen huis in een rij • a Bterraced/ Arow househuis in de stad • town houseiemand in huis hebben/nemen • have a/take in a lodgerin huis is het veel warmer • it's much warmer insidepantoffels voor in huis • slippers for indoorsniets in huis hebben • have no food/drinks in the houseik ga/moet naar huis • I'm off, I must be getting back/homemee naar huis nemen • take homenaar huis sturen • send home; 〈 arbeiders ook〉 lay off; 〈 patiënten〉 discharge; 〈 soldaten〉 demobilizeeen meisje naar huis brengen • see/take/walk a girl homeiemand uit zijn huis zetten • turn someone out (of his house)nu de kinderen het huis uit zijn • now that the children have all lefteen huis van drie verdiepingen • a three-storeyed houseik kom van huis • I have come from homedan zijn we nog verder van huis • 〈 figuurlijk〉 then we will be even worse off, that's not going to get us anywheretuin vóór het huis • front gardeneen tweede huis • a second homeLauriergracht 78 huis • Bground floor flat/Afirst-floor apartment, 78 Lauriergracht〈 figuurlijk〉 van huis uit • originally, by birthvan huis weglopen • run away from homehet Koninklijk huis • the Royal Family -
5 bestelling
1 [het thuisbezorgen] delivery2 [order] order3 [bestelde goederen] order, goods on order, goods ordered♦voorbeelden:2 een bestelling doen bij/voor • place an order with/forde bestelling komen opnemen • come to take someone's order, call for someone's orderin bestelling zijn bij • be on order fromop bestelling gemaakt • made to order -
6 zwaar
1 [veel wegend] heavy♦voorbeelden:zwaar wegen • weigh/count heavily, lie heavy, be importantzwaarder worden • put on/gain weighttwee pond te zwaar • two pounds overweight/too heavy3 zwaar linnen/papier • heavy quality linen/paperzwaar geschut • big/heavy gunszwaar vergif • strong poisonzware wijn • full-bodied wine5 zware ademhaling • hard breathing, wheezingeen zware bevalling • a difficult deliveryeen zware dag • a hard dayeen zwaar examen • a stiff/difficult exam〈 figuurlijk〉 hij heeft het zwaar • he's having a hard time of it, he really has it roughde tocht viel hem zwaar • the trip took it out of him6 zware tijden • hard/difficult timesiemand zwaar straffen • punish someone severely7 een zwaar ongeval • a bad/serious accidentzwaar verlies • a heavy losszwaar zondigen • sin grievously, offend deeplyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:het is tweemaal zo zwaar • it is twice as heavy, it weighs twice as much♦voorbeelden:1 zwaar gewond • badly/seriously/severely woundedzwaar verkouden zijn • have a bad coldiemand zwaar belasten • put stress on someone, burden someonezwaar drukken op • weigh heavily (up)onzwaar getroffen zijn • be badly/hard hitiets zwaar opnemen • take something hard
См. также в других словарях:
take delivery of — receive (something purchased) we took delivery of the software in February * * * take delivery of formal : to receive (something that is being delivered to you) The city will take delivery of the vehicles tomorrow. • • • Main Entry: ↑delivery … Useful english dictionary
take delivery of sth — ► to receive goods that you have bought: »Once the fashion show finishes, department store buyers will choose, order, and take delivery of clothes from all over the world. Main Entry: ↑delivery … Financial and business terms
take delivery of — receive (something purchased). → delivery … English new terms dictionary
take or pay — USA The provision in a contract between a seller and a buyer or, in a project finance transaction between the project company and the offtaker, that creates an unconditional obligation on the part of the buyer or offtaker to pay for a product or… … Law dictionary
take-or-pay — USA The provision in a contract between a seller and a buyer or, in a project finance transaction between the project company and the offtaker, that creates an unconditional obligation on the part of the buyer or offtaker to pay for a product or… … Law dictionary
Delivery — The tender and receipt of an actual commodity or financial instrument in settlement of a futures contract. The New York Times Financial Glossary * * * delivery de‧liv‧er‧y [dɪˈlɪvri] noun deliveries PLURALFORM 1. [countable, uncountable] the act … Financial and business terms
delivery — The transfer of the cash commodity from the seller of a futures contract to the buyer of a futures contract. Each futures exchange has specific procedures for delivery of a cash commodity. Some futures contracts, such as stock index contracts,… … Financial and business terms
delivery — n. act of delivering bringing 1) to make a delivery 2) to accept, take delivery 3) an emergency delivery; (an) overnight; prompt delivery (we guarantee prompt delivery) 4) general (AE); recorded (BE); rural free (AE); special delivery 5) a… … Combinatory dictionary
delivery — /dɪ lɪv(ə)ri/ noun 1. the transporting of goods to a customer ● allow 28 days for delivery ● delivery is not allowed for or is not included ● parcels awaiting delivery ● free delivery or delivery free ● a delivery date ● delivery within 28 days ● … Marketing dictionary in english
delivery — de|liv|er|y W3S2 [dıˈlıvəri] n plural deliveries 1.) [U and C] the act of bringing goods, letters etc to a particular person or place, or the things that are brought ▪ Most Indian restaurants offer free delivery. ▪ You can expect delivery in a… … Dictionary of contemporary English
delivery — /dɪ lɪv(ə)ri/ noun 1. the transporting of goods to a customer ● allow 28 days for delivery ● parcels awaiting delivery ● free delivery or delivery free ● a delivery date ● Delivery is not allowed for or is not included. ● We have a pallet of… … Dictionary of banking and finance